首页 | 本学科首页   官方微博 | 高级检索  
相似文献
 共查询到20条相似文献,搜索用时 15 毫秒
1.
Haarlem, April 1901Ontwerp van wet tot exploitatie van Staatswege van steenkolenmijnen in Limburg. Memorie van toelichting. Voorloopig verslag. Rapport van de commissie voor de mijnen, bestaande uit de heerenR. van Hasselt, J. H. Beucker Andreae, G. J. de Jongh, van Woelderen enS. van Citters.  相似文献   

2.
«We began with no abstract theory of social justice or the rights of man», (uit de voorrede vanSidney Webb bij A History of Factory Legislation vanB. L. Hutchins enA. Harrison 1911).Met toestemming van Zijne Excellentie den Minister van Arbeid bewerkt naar officieele gegevens uit het oud-archief van de vroegere Afdeeling: «Nijverheid» van het Departement van Binnenlandsche Zaken. Aan het einde van deze verhandeling zijn de geraadpleegde archiefstukken, waarvan speciaal voor dit opstel gebruik werd gemaakt, te zamen vermeld. De dossiers van Binnenlandsche Zaken van vóór 1874 op den kinderarbeid betrekking hebbende, zijn blijkbaar na de wet-van Houten overgebracht naar het Departement van Justitie, dat met de uitvoering dezer wet was belast. De verzameling stukken op dit punt loopt dan van 1874 door tot 1892, toen de uitvoering van de Arbeidswet van 1889 van Justitie werd overgebracht naar het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid (Afd. Arbeid en Fabriekswezen van Sept. 1893). Verhuisden de pakketten 1840–1892 afzonderlijk gehouden, met de Afdeeling Arbeid mede en kwamen zij — post varios hominumque urbisque labores — eindelijk bij het Ministerie van Arbeid?Voor zoover gebruik is gemaakt van archiefstukken der provinciale besturen is voor deze verhandeling ook van die besturen toestemming tot publicatie verkregen.Voor de medewerking betuigen wij gaarne onzen dank.  相似文献   

3.
In deze studie zal gehandeld worden over beetwortelcultuur en bietsuikerfabricage in de onder het Gouverneur-Generaalschap van Lebrun gestelde departementen met uitzondering van het departement van de Ooster-Eems, dat een grongebied besloeg, hetwelk thans niet bij Nederland behoort. Het niet onder Lebrun's bestuur geplaatste departement der Monden van de Schelde (Zeeland) heb ik daarentegen wel in mijn onderzoek betrokken, omdat tegenwoordig van alle provinciën van ons land deze de meeste suikerbieten verbouwt; een vergelijking tusschen de toestanden op dit gebied van nu en die van vroeger wilde ik daarom niet achterwege laten.De officieele bescheiden, waaraan ik mijn gegevens heb ontleend, zijn alle te vinden in de archieven van prefectuur en onderprefectuur, welke berusten op de rijksarchiefdépôts in de verschillende provinciën. In de bedoelde archieven zijn ook exemplaren bewaard van de door het Fransche bestuur verspreide brochures omtrent beetwortelcultuur en bietsuikerfacricage. Een aantal stukken van groot belang heb ik kunnen raadplegen in Colenbrander's Gedenkstukken (R. G. P. 13), terwijl ik op het Algemeen Rijksarchief eenige gegevens heb ontleend aan enkele bescheiden, die zich in het Archief van Binnenlandsche Zaken bevinden en niet door Colenbrander in zijn Gedenkstukken zijn opgenomen. Natuurlijk zijn ook het Aperçu van d'Alphonse en Reesse's boek: «De Suikerhandel van Amsterdam» mij van dienst geweest.Ik voel mij gedrongen om hier ter plaatse een woord van dank te richten tot den heer Gonnet, rijksarchivaris van Noord-Holland, den heer Baart de la Faille, adjunct-commies, en de verdere ambtenaren van het Rijksarchief in Noord-Holland voor hun welwillende hulp bij mijn onderzoekingen, die ik bijna geheel op dat archief heb kunnen volbrengen. Ook den anderen archivarissen en ambtenaren, die mij met hun medewerking van dienst waren, wil ik hier mijn dank brengen; evenzoo den heer A. Spakler, suikerraffinadeur te Amsterdam, die zoo vriendelijk is geweest mij een aantal belangrijke inlichtingen te verschaffen. Bizonderheden betreffende de tegenwoordige suikerbietenteelt en suikerfabricage zijn ontleend aan het onder leiding van Mr. J. C. A. Everwijn samengestelde werk: Beschrijving van Handel en Nijverheid in Nederland, Dl. II.  相似文献   

4.
In een inleiding tot dit opstel had de schrijver, in de meening dat men bij de uitgifte in verschillende streken moest stuiten op het z.g. beschik-kingsrecht van inheemsche gemeenschappen, betrokken de vraag van het eigendomsrecht der in erfpacht uit te geven gronden. Hij wees daarin op de eigenaardige wijze van het ontstaan van dit beschikkingsrecht, als gevolg eener naar westersch recht geheel onbekende wijze van organisatie der eigendomsrechten. Op het moment namelijk van de occupatie van den bodem door leden van dergelijke gemeenschap, verkregen deze slechts een gebruiksrecht, terwijl de gemeenschap, waarvan zij lid waren, het beschikkingsrecht verkreeg. Dit z.g. inlandsch beschikkingsrecht, ontstaan als afgeleid recht bij de occupatie, moest naar de meening van schrijver dan ook strikt beperkt blijven tot het rechtmatig in bezit genomen terrein. Van zeer deskundige zijde werd echter opgemerkt, dat Prof. van Vollenhoven schreef: Geen handhaving van adatrechten, die de ontwikkeling van het land in den weg staan, zoodat de verklaring van het inl. beschikkingsrecht in deze slechts van academisch belang is. In overleg met de Redactie bleef daarom de behandeling van het eigendomsrecht op den uit te geven grond achterwege.  相似文献   

5.
Inzake Marx     
Verbetering. Op bl. 478 (laatste alinea) van de Juli–Aug. aflevering moet staan: het hist. materialisme als grondslag voor devoortgezette analyse van elke voortbrengingswijze en van den overgang van de eene voortbrengingswijze in de andere, de waardeleer op dien grondslag dienende totvoortgezette analyse van één bepaalde voortbrengingswijze: het kapitalisme, de theorie dermoderne sociale ontwikkeling het verloop van het kapitalistische productie-proces en zijn overgang naar het socialisme schetsende.Op bl. 486 (bovenaan) moet staan: Ten slotte zij er op gewezen dat men zich — volgens het hist. materialisme — den menschnooit als willoos automaat van de ontwikkeling der techniek en van de productieverhoudingen mag denken.  相似文献   

6.
Waarin de lezer wordt rondgeleid in een fabriek die met behulp van econometrische methoden kwantitativee economische beleidsadviezen produceert; en waarin enige voordelen worden geschilderd van het vervangen van machines van het merk Neyman-Pearson door machines van het merk Bayes. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van ambt van gewoon hoogleraar in de econometrie aan de Nederlandse Economische Hogeschool, te Rotterdam op 8 februari 1968. 1) Zie Tinbergen (1936); voor een Engelse vertaling: Tinbergen (1959).  相似文献   

7.
Dit opstel maakt deel uit van een studie over de geschiedenis van 's Rijks vlottende schuld gedurende de periode 1841–1940. Het eerste gedeelte van deze studie is gepubliceerd inDe Economist van 1946, blz. 24–72. Het handelt over de oudere geschiedenis van de vlottende schuld, die geacht kan worden een einde te hebben genomen in 1884. In het artikel dat thans het licht ziet, wordt het eerste tijdvak van de nieuwere geschiedenis der vlottende schuld behandeld, dat de jaren 1885–1913 omvat. De schrijver hoopt zijn studie eerlang te voltooien met een hoofdstuk over de jaren 1914–1940.  相似文献   

8.
Rede, uitgesproken bij de officiële aanvaarding van het ambt van gewoon hoogleraar in de bedrijfseconomie aan de economische faculteit van de Universiteit van Indonesië te Djakarta op 14 Mei 1954. (Door bijzondere omstandigheden heb ik deze rede eerst ruim 11/2 jaar later kunnen uitspreken dan in mijn bedoeling lag).  相似文献   

9.
Dit opstel is geschreven naar aanleiding van de uitnoodiging, door La Société des Institutions de prévoyance de France tot het hoofdbestuur gericht, dat de Maatschappij op de derde zitting van het algemeen wetenschappelijk congres betreffende deze instellingen, dat den 3 Juli a. s. te Parijs zal gehouden worden, vertegenwoordigd zij.In hoofdzaak bevat het den inhoud der memories, welke in 1878, ten behoeve van het Iste congres, en nu onlangs ten behoeve van het 3de congres bovengenoemd, naar Parijs zijn gezonden en in de archieven van het fransche genootschap bewaard blijven. De memorie van 1878, welke alleen een overzicht van de spaarbanken tot 1876–77 bevatte, werd opgesteld door mr. J. G. N. de Hoop Scheffer en op de eerste zitting van het congres door mr. J. L. de Bruyn Kops, toenmalig gedelegeerde der Nederlandsche regeering, nader toegelicht. De memorie van 1889 werd door den schrijver dezes bewerkt uit de gedenkschriften en jaarboeken der Maatschappij en, wat den tegenwoordigen toestand en het tabellarische overzicht der spaarbanken betreft, uit de officieele gegevens, hem tot den aanvang van dit jaar, door tusschenkomst van de besturen der departementen, met de meeste welwillendheid verstrekt.  相似文献   

10.
Dit opstel is het laatste van een serie van drie artikelen over de geschiedenis van 's Rijks vlottende schuld gedurende het tijdvak voorafgaande aan den tweeden wereldoorlog. Het eerste artikel, dat de jaren 1841–84 bestreek, is gepubliceerd inDe Economist van 1946, blz. 24–72. Het tweede, dat de periode 1885–1913 behandelde, verscheen inDe Economist van 1954, blz. 1–32.  相似文献   

11.
Gegevens voor dit onderzoek ontvingen wij van het Bureau voor Statistiek en het Centraal Bureau Huisvesting van de Gemeente Amsterdam; de berekeningen werden uitgevoerd op de X 1 rekenmachine van het Mathematisch Centrum; de tekst van dit artikel werd eerder vermenigvuldigd als rapport S 324 van het Mathematisch Centrum. Wij betuigen gaarne onze dank aan deze instellingen en aan de personen die tijd, inspanning en goede raad ten behoeve van ons onderzoek ter beschikking stelden. Voorts danken wij Prof. Dr J. Hemelrijk voor zijn critische opmerkingen. Voor het eindresultaat blijven wij onverminderd verantwoordelijk.  相似文献   

12.
Enkele dngen vóór het verschijnen dezer Aflevering gewordt ons nevensgaand artikel van den Hr. J. A. T. Cohen Stuart, die reeds vroeger zijne inzigten omtrent de immigratie-kwestie in dit Tijdschrift mededeelde, en wiens jarenlange ambtenaars-loopbaan als administrateur der financien in Suriname hem voorzeker allezins aanspraak geeft, mede gehoord te worden. Ofschoon zijne inzigten geheel van die van mr. S. van Praag verschillen, hebben wij, bij de welligt kort op handen zijnde afdoening van het Immigratieontwerp, om de zoo even gemelde reden gemcend aan het verlangen van den geachten inzender te kunnen toegeven, om ook zijne beschouwingen nog met dit No voor het publiek le brengen,-alzoo het audi et alteram partemgaarne, zooveel doenlijk, ook hier toepassende.  相似文献   

13.
Dit is de tekst — op enigszins vrijmoedige wijze aan de eisen van een schriftelijke weergave aangepast — van het openingscollege voor het studiejaar 1962/'63 van de economische faculteit der Rijksuniversiteit te Groningen.  相似文献   

14.
Ontwerp van wet ter bevordering van de verdeeling van markgronden. De boerderijen op de Veluwe en nog iets. Uitgegeven door de Luntersche Tuinhouvvereeniging.Barneveld, G. W. Boonstra  相似文献   

15.
A. Zagnoni 《De Economist》1897,46(2):565-584
Het bovenstaande artikel, dat voorkomt in het Giornale degli economisti van December 1894 en — ter wille der duidelijkheid vooral met eenige vrijheid in den vorm — voor ons tijdschrift vertaald werd door mr. J. J. van Konijnenburg, is lezenswaardig. Het put wel het onderwerp niet uit, maar werpt op sommige deelen daarvan een verrassend licht. Tot nu toe werd altijd aangenomen, dat in landen met oninwisselbaar papieren geld een goudagio slechts ontstaan kan door twee oorzaken: door overmatige uitgifte van zoodanig geld, en door wantrouwen. Uit Zagnoni's betoog blijkt, dat nog een derde oorzaak hetzelfde gevolg kan teweeg brengen: een ongunstige betalingsbalans veroorzaakt door groote behoefte aan remise voor buitenslands aangegane schulden. In zoodanig geval is het agio niet een openbaring van daling in de waarde van het papier, maar van rijzing in de plaatselijke koopkracht van het goud, samenvallende met een ongunstiger geworden ruilvoet. Streng genomen, zou men deze oorzaak onder de eerste — overmatige uitgifte — kunnen brengen, in zooverre namelijk als de nitgifte ook dan kan gezegd worden overmatig te zijn, wanneer de behoefte is verminderd. Doch het juiste inzicht in de voorwaarden, onder welke een goud-agio moet ontstaan, wordt meer bevorderd, zoo men deze oorzaak afzonderlijk vermeldt, want zij draagt een zeer eigenaardig karakter.In het algemeen ligt hierin de beteekenis van Zagnoni's studie, dat zij, vollediger en juister dan tot dusver is geschied, den invloed op het handelsverkeer van het ontstaan van groote schuldver-bintenissen in verre landen doet kennen. Zooals hij zelf zegt, sluiten zijne beschouwingen zich nauw aan bij sedert lang vaststaande theorieën; doch hij werkt daaraan voort en geett ons zoodoende iets te zien, dat vroeger niet of niet genoeg was opgemerkt.De hoofdgedachte van zijn betoog laat zich ook aldus uitdrukken. Ontstaat een buitengewone en blijvende behoefte aan remise in een land met den gouden standaard, dan zal dat land een gedeelte van zijn goud moeten uitvoeren; het ruilmiddel wordt dan schaarscher, de prijzen dalen. Maar is het in omloop zijnde geld louter papier, zoo kan dit niet gebeuren. Het correctief der prijsverlaging kan zich dan niet voordoen. Bijgevolg wordt een ander correctief noodzakelijk, en dat is de rijzing der wisselkoersen in verband met het ontstaan van een goud-agio. P.  相似文献   

16.
Rede uitgesproken op de conferentie voor studenten van de handels-hoogescholen te Rotterdam en te Tilburg en van de economische faculteit te Amsterdam, gehouden te Bentveld van 2–4 December 1932.  相似文献   

17.
Op verzoek van het studenten-genootschapVrije Studie te Delft, werd het onderstaande voorgedragen in eene vergaderiug van dat genoolschap in Januarij 1867, alsmede iets later te Kampen; verder te Haarlem in de afdeeling der Maatschappij van Nijverheid in April, en eindelijk te Zwolle in de vergadering der Maatschappij tot Nut van't algemeen in Mei 1867. De beautwoording van zeer juiste bemerkingen, te Hanrlem gemaakt, is nu in deu tekst ingelascht.  相似文献   

18.
Summary This paper presents an econometric model for the Dutch mortgage market. It comprises demand equations for housing and other mortgages, estimated over the period 1965II–1974I, a mortgage rate equation and a set of equations describing the allocation of mortgage credit over four categories of financial institutions. For the demand for mortgages on houses we found a long-term interest elasticity of –1.14 and for the demand for other mortgages one of – 0.58. Mortgage rate differentials seem to influence the distribution of mortgages over the financial institutions. However, the main determinant is the share of new deposits going to commercial banks.

De schrijvers zijn verbonden aan de Nederlandsche Bank. Drs. Den Butter en drs. Dongelmans zijn medewerkers van de econometrische researchgroep. Dr. Fase is directie-assistent voor wetenschappelijk onderzoek en hoofd van deze groep. Gaarne betuigen we onze dank aan de heren mr. Th. A. Hoog en ir. N. Snijders, indertijd resp. voorzitter en bestuurslid van de Vereniging van Hypotheekbanken, voor hun bereidwilligheid met de beide laatstgenoemde auteurs van gedachten te wisselen over de structuur en werking van de hypotheekmarkt. De heer M. J. Broekhuisen was ons behulpzaam bij het bijeenbrengen van de gegevens en de uitvoering van de talloze berekeningen die tijdens het onderzoek zijn verricht. Een referee zijn we erkentelijk voor een aantal nuttige opmerkingen.  相似文献   

19.
Zuivelbereiding     
H. M. H. 《De Economist》1881,30(1):438-444
De proefneming op het gebied der zuivelbereiding, van wege de Verceniging tot ontwikkeliug van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier, in den zomer van 1880. Verslag opgemaakt en voorgedragen doorJ. L. T. Groneman.—Amsterdam 1881.f 0.60.  相似文献   

20.
F. M. Wibaut 《De Economist》1902,51(2):860-889
«Voorzeker, geen groote hervorming is volbracht met volledige kennis van alle zwarigheden waarop zij stuiten kon, en angstvalligheid kan te ver gaan. Maar geen groote hervorming is door ernstige mannen aanbevolen, zoolaug zij hare uitvoerbaarheid niet op alle hoofdpunten wisten aan te toonen en de waarschijnlijkheid van hare nuttige werking konden in het licht stellen. Wij moeten hetzelfde verlangen van de socialisten.» Mr. N. G. Pierson in «De Economist» van Juni 1902, bladz. 455.  相似文献   

设为首页 | 免责声明 | 关于勤云 | 加入收藏

Copyright©北京勤云科技发展有限公司  京ICP备09084417号