首页 | 本学科首页   官方微博 | 高级检索  
相似文献
 共查询到20条相似文献,搜索用时 30 毫秒
1.
«We began with no abstract theory of social justice or the rights of man», (uit de voorrede vanSidney Webb bij A History of Factory Legislation vanB. L. Hutchins enA. Harrison 1911).Met toestemming van Zijne Excellentie den Minister van Arbeid bewerkt naar officieele gegevens uit het oud-archief van de vroegere Afdeeling: «Nijverheid» van het Departement van Binnenlandsche Zaken. Aan het einde van deze verhandeling zijn de geraadpleegde archiefstukken, waarvan speciaal voor dit opstel gebruik werd gemaakt, te zamen vermeld. De dossiers van Binnenlandsche Zaken van vóór 1874 op den kinderarbeid betrekking hebbende, zijn blijkbaar na de wet-van Houten overgebracht naar het Departement van Justitie, dat met de uitvoering dezer wet was belast. De verzameling stukken op dit punt loopt dan van 1874 door tot 1892, toen de uitvoering van de Arbeidswet van 1889 van Justitie werd overgebracht naar het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid (Afd. Arbeid en Fabriekswezen van Sept. 1893). Verhuisden de pakketten 1840–1892 afzonderlijk gehouden, met de Afdeeling Arbeid mede en kwamen zij — post varios hominumque urbisque labores — eindelijk bij het Ministerie van Arbeid?Voor zoover gebruik is gemaakt van archiefstukken der provinciale besturen is voor deze verhandeling ook van die besturen toestemming tot publicatie verkregen.Voor de medewerking betuigen wij gaarne onzen dank.  相似文献   

2.
Dit is de tekst — op enigszins vrijmoedige wijze aan de eisen van een schriftelijke weergave aangepast — van het openingscollege voor het studiejaar 1962/'63 van de economische faculteit der Rijksuniversiteit te Groningen.  相似文献   

3.
Zuivelbereiding     
H. M. H. 《De Economist》1881,30(1):438-444
De proefneming op het gebied der zuivelbereiding, van wege de Verceniging tot ontwikkeliug van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier, in den zomer van 1880. Verslag opgemaakt en voorgedragen doorJ. L. T. Groneman.—Amsterdam 1881.f 0.60.  相似文献   

4.
Groningen.Der Hafen von Emden, Festschrift zur Eröffnung des neuen Emder Seehafens —C. Swegkendieck. Uitgegeven op last der Pruisische regeering. Emden, Deutschlands neues Seethor im Westen, seine See-bedeutung einst und jetzt.Von Palmgrên Emden und Borkum 1901, Verlag vonW. Haynel. Ontwerp voor de verbetering van de haven te Delfzijl van de ingenieursJ. van Hasselt ende Koning Nijmegen bijG. J. Thieme. Verslag van den toestand der Provincie Groningen over de jaren 1899 en 1900.  相似文献   

5.
A. Zagnoni 《De Economist》1897,46(2):565-584
Het bovenstaande artikel, dat voorkomt in het Giornale degli economisti van December 1894 en — ter wille der duidelijkheid vooral met eenige vrijheid in den vorm — voor ons tijdschrift vertaald werd door mr. J. J. van Konijnenburg, is lezenswaardig. Het put wel het onderwerp niet uit, maar werpt op sommige deelen daarvan een verrassend licht. Tot nu toe werd altijd aangenomen, dat in landen met oninwisselbaar papieren geld een goudagio slechts ontstaan kan door twee oorzaken: door overmatige uitgifte van zoodanig geld, en door wantrouwen. Uit Zagnoni's betoog blijkt, dat nog een derde oorzaak hetzelfde gevolg kan teweeg brengen: een ongunstige betalingsbalans veroorzaakt door groote behoefte aan remise voor buitenslands aangegane schulden. In zoodanig geval is het agio niet een openbaring van daling in de waarde van het papier, maar van rijzing in de plaatselijke koopkracht van het goud, samenvallende met een ongunstiger geworden ruilvoet. Streng genomen, zou men deze oorzaak onder de eerste — overmatige uitgifte — kunnen brengen, in zooverre namelijk als de nitgifte ook dan kan gezegd worden overmatig te zijn, wanneer de behoefte is verminderd. Doch het juiste inzicht in de voorwaarden, onder welke een goud-agio moet ontstaan, wordt meer bevorderd, zoo men deze oorzaak afzonderlijk vermeldt, want zij draagt een zeer eigenaardig karakter.In het algemeen ligt hierin de beteekenis van Zagnoni's studie, dat zij, vollediger en juister dan tot dusver is geschied, den invloed op het handelsverkeer van het ontstaan van groote schuldver-bintenissen in verre landen doet kennen. Zooals hij zelf zegt, sluiten zijne beschouwingen zich nauw aan bij sedert lang vaststaande theorieën; doch hij werkt daaraan voort en geett ons zoodoende iets te zien, dat vroeger niet of niet genoeg was opgemerkt.De hoofdgedachte van zijn betoog laat zich ook aldus uitdrukken. Ontstaat een buitengewone en blijvende behoefte aan remise in een land met den gouden standaard, dan zal dat land een gedeelte van zijn goud moeten uitvoeren; het ruilmiddel wordt dan schaarscher, de prijzen dalen. Maar is het in omloop zijnde geld louter papier, zoo kan dit niet gebeuren. Het correctief der prijsverlaging kan zich dan niet voordoen. Bijgevolg wordt een ander correctief noodzakelijk, en dat is de rijzing der wisselkoersen in verband met het ontstaan van een goud-agio. P.  相似文献   

6.
Inzake Marx     
Verbetering. Op bl. 478 (laatste alinea) van de Juli–Aug. aflevering moet staan: het hist. materialisme als grondslag voor devoortgezette analyse van elke voortbrengingswijze en van den overgang van de eene voortbrengingswijze in de andere, de waardeleer op dien grondslag dienende totvoortgezette analyse van één bepaalde voortbrengingswijze: het kapitalisme, de theorie dermoderne sociale ontwikkeling het verloop van het kapitalistische productie-proces en zijn overgang naar het socialisme schetsende.Op bl. 486 (bovenaan) moet staan: Ten slotte zij er op gewezen dat men zich — volgens het hist. materialisme — den menschnooit als willoos automaat van de ontwikkeling der techniek en van de productieverhoudingen mag denken.  相似文献   

7.
Dit opstel is geschreven naar aanleiding van de uitnoodiging, door La Société des Institutions de prévoyance de France tot het hoofdbestuur gericht, dat de Maatschappij op de derde zitting van het algemeen wetenschappelijk congres betreffende deze instellingen, dat den 3 Juli a. s. te Parijs zal gehouden worden, vertegenwoordigd zij.In hoofdzaak bevat het den inhoud der memories, welke in 1878, ten behoeve van het Iste congres, en nu onlangs ten behoeve van het 3de congres bovengenoemd, naar Parijs zijn gezonden en in de archieven van het fransche genootschap bewaard blijven. De memorie van 1878, welke alleen een overzicht van de spaarbanken tot 1876–77 bevatte, werd opgesteld door mr. J. G. N. de Hoop Scheffer en op de eerste zitting van het congres door mr. J. L. de Bruyn Kops, toenmalig gedelegeerde der Nederlandsche regeering, nader toegelicht. De memorie van 1889 werd door den schrijver dezes bewerkt uit de gedenkschriften en jaarboeken der Maatschappij en, wat den tegenwoordigen toestand en het tabellarische overzicht der spaarbanken betreft, uit de officieele gegevens, hem tot den aanvang van dit jaar, door tusschenkomst van de besturen der departementen, met de meeste welwillendheid verstrekt.  相似文献   

8.
H. M. H. 《De Economist》1883,32(1):143-152
Verslag over den landbouw in Nederland1880, opgemaakt op last van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, door C. J. M.Jongkindt Coninck. — 's Gravenhage. — f l. —.  相似文献   

9.
Drs. H. Willems 《De Economist》1964,112(2):105-123
Dit is de — enigszins uitgewerkte — tekst van liet openingscollege voor het studie-jaar 1963–'64 van de economische faculteit der Rijksuniversiteit te Groningen.  相似文献   

10.
Het artikel over de Landrente waaraan wij hier eene plaats inruimen, zoude, wat vorm en onderwerp betreft, welligt meer in het kader van een Indisch of administratief Tijdschrift passen. — Wegens de degelijkheid waarmede het gewigtig onderwerp alhier behandeld is, hebben wij gemeend voor ditmaal aau het aau het aauzoek van den Schrijver, die bepaaldelijk op publiceering inde Economist gesteld was, te kunuen voldoen, maar zonder daardoor geacht te willen zijn, ons tot meerdere opname van administratieve nota's te verbinden.Red.  相似文献   

11.
In deze studie zal gehandeld worden over beetwortelcultuur en bietsuikerfabricage in de onder het Gouverneur-Generaalschap van Lebrun gestelde departementen met uitzondering van het departement van de Ooster-Eems, dat een grongebied besloeg, hetwelk thans niet bij Nederland behoort. Het niet onder Lebrun's bestuur geplaatste departement der Monden van de Schelde (Zeeland) heb ik daarentegen wel in mijn onderzoek betrokken, omdat tegenwoordig van alle provinciën van ons land deze de meeste suikerbieten verbouwt; een vergelijking tusschen de toestanden op dit gebied van nu en die van vroeger wilde ik daarom niet achterwege laten.De officieele bescheiden, waaraan ik mijn gegevens heb ontleend, zijn alle te vinden in de archieven van prefectuur en onderprefectuur, welke berusten op de rijksarchiefdépôts in de verschillende provinciën. In de bedoelde archieven zijn ook exemplaren bewaard van de door het Fransche bestuur verspreide brochures omtrent beetwortelcultuur en bietsuikerfacricage. Een aantal stukken van groot belang heb ik kunnen raadplegen in Colenbrander's Gedenkstukken (R. G. P. 13), terwijl ik op het Algemeen Rijksarchief eenige gegevens heb ontleend aan enkele bescheiden, die zich in het Archief van Binnenlandsche Zaken bevinden en niet door Colenbrander in zijn Gedenkstukken zijn opgenomen. Natuurlijk zijn ook het Aperçu van d'Alphonse en Reesse's boek: «De Suikerhandel van Amsterdam» mij van dienst geweest.Ik voel mij gedrongen om hier ter plaatse een woord van dank te richten tot den heer Gonnet, rijksarchivaris van Noord-Holland, den heer Baart de la Faille, adjunct-commies, en de verdere ambtenaren van het Rijksarchief in Noord-Holland voor hun welwillende hulp bij mijn onderzoekingen, die ik bijna geheel op dat archief heb kunnen volbrengen. Ook den anderen archivarissen en ambtenaren, die mij met hun medewerking van dienst waren, wil ik hier mijn dank brengen; evenzoo den heer A. Spakler, suikerraffinadeur te Amsterdam, die zoo vriendelijk is geweest mij een aantal belangrijke inlichtingen te verschaffen. Bizonderheden betreffende de tegenwoordige suikerbietenteelt en suikerfabricage zijn ontleend aan het onder leiding van Mr. J. C. A. Everwijn samengestelde werk: Beschrijving van Handel en Nijverheid in Nederland, Dl. II.  相似文献   

12.
W. Griffioen 《De Economist》1958,106(1):260-272
De titel is geïnspireerd op een zinsnede uit het boek van Prof. Dr N. J. Pola: Enige grondslagen voor de financiering der onderneming, deel II, 1951, blz. 38.  相似文献   

13.
Mr. W. P. J. Bok. De belastingen in het Nederlandsche Parlement van 1848–1888. Inleiding. De Nederlandsche belastingen en hare hervorming, in het bijzonder met het oog op de invoering eeuer Rijks-Inkemsten-belasting. (acad. proefschr.) Haarlem, de erven F. Bohn, 1888.  相似文献   

14.
Enkele dngen vóór het verschijnen dezer Aflevering gewordt ons nevensgaand artikel van den Hr. J. A. T. Cohen Stuart, die reeds vroeger zijne inzigten omtrent de immigratie-kwestie in dit Tijdschrift mededeelde, en wiens jarenlange ambtenaars-loopbaan als administrateur der financien in Suriname hem voorzeker allezins aanspraak geeft, mede gehoord te worden. Ofschoon zijne inzigten geheel van die van mr. S. van Praag verschillen, hebben wij, bij de welligt kort op handen zijnde afdoening van het Immigratieontwerp, om de zoo even gemelde reden gemcend aan het verlangen van den geachten inzender te kunnen toegeven, om ook zijne beschouwingen nog met dit No voor het publiek le brengen,-alzoo het audi et alteram partemgaarne, zooveel doenlijk, ook hier toepassende.  相似文献   

15.
Bespreking van J. Pen, Moderne Economie — Wat bepaalt het nationale inkomen, de welvaart en de werkgelegenheid? Aula-boeken, Utrecht-Antwerpen 1958. 229 blz.  相似文献   

16.
Rede uitgesproken op de conferentie voor studenten van de handels-hoogescholen te Rotterdam en te Tilburg en van de economische faculteit te Amsterdam, gehouden te Bentveld van 2–4 December 1932.  相似文献   

17.
Summary This study examines the demand for money (broadly defined) in the Netherlands. The basic model assumes the long run demand for money to depend upon expected real income and prices, the rate of interest and a cyclical indicator. The actual money balances approach equilibrium with an exponentially distributed lag. The model is estimated with seasonally adjusted quarterly data covering the period 1952: I-1971:IV. We found an income elasticity of 0.85 and an interest elasticity of –0.20, a price elasticity close to 1 and a negative correlation between the demand for money and the cyclical indicator. We also found some statistical evidence for the hypothesis that the demand function is stable over time.

De auteurs zijn hoofd resp. medewerker van de sectie wetenschappelijk onderzoek en econometrie op De Nederlandsche Bank N.V. Ze zijn de heer N. J. A. van der Hoeven veel dank verschuldigd voor zijn hulp bij de uitvoering van de berekeningen.  相似文献   

18.
Summary With some exceptions — e.g., Tobin and Johnson — theorists have been looking for an explanation of economic growth in the real sector. This is the first of three successive papers on the problem of to what extent monetary phenomena influence the real variables in a process of economic growth.If one aims at adding a monetary sector to a real model of economic growth, the first thing to do is getting an exposition of the monetary theory which is most suitable for this purpose. The monetary theory used in this paper is based on Patinkin and Gurley and Shaw. The conditions under which money does not affect the real economic process are amply discussed. Only in very special cases money turns out to be neutral.In the two subsequent papers this monetary theory is used for an investigation into the impact of money on growth according to a neo-classical and a neo-keynesian model of economic growth.De schrijvers zijn dank verschuldigd aan talrijke leden van de wetenschappelijke staf van de Economische Faculteit te Groningen en aan de deelnemers van een economistenconferentie te Tilburg op 12 januari 1968 voor hun stimulerende opmerkingen bij de oorspronkelijke versie van dit werkstuk.  相似文献   

19.
Rede, uitgesproken op 8 november 1958 ter gelegenheid van het negende lustrum van de Nederlandsche Economische Hoogeschool. Bij het uitspreken van de rede is nog een gedeelte toegevoegd naar aanleiding van het besluit van de Senaat der Nederlandsche Economische Hoogeschool het doctoraat in de economische wetenschap honoris causa te verlenen aan Mr. K. P. van der Mandele.  相似文献   

20.
Prof. R. Beauvois 《De Economist》1964,112(7-8):478-504
Tekst van de colleges, als gasthoogleraar gegeven aan de studenten van de Faculteit der Economische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit te Groningen, op 23 april 1964.  相似文献   

设为首页 | 免责声明 | 关于勤云 | 加入收藏

Copyright©北京勤云科技发展有限公司  京ICP备09084417号